Onze organisatie

Goed om te weten!

Onze organisatie

Bij basisschool St. Theresia willen wij alle leerlingen de ondersteuning geven die ze nodig hebben. Ontdek hier hoe wij ervoor zorgen dat iedere leerling daadwerkelijk passend onderwijs krijgt.

Onze school wordt geleid door mevr. Marion Wesselink, de directeur.

De directeur is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de school en belast met de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het beleid op schoolniveau. Zij doet dit in nauw overleg met de intern begeleider en het team.

De directeur overlegt met de medezeggenschapsraad (MR) over schoolse zaken zoals vastgesteld in het MR-reglement van Catent. De directeur laat zich adviseren door ouders tijdens de onderwijsuurtjes en de leerlingenraad over zaken met betrekking tot onderwijs, opvoeding, levensbeschouwelijke identiteit en andere zaken die de school betreffen.


Om de leerlingenzorg zo goed mogelijk te begeleiden en te coördineren, heeft onze school een intern begeleider. De intern begeleider van de St. Theresia is mevr. Ester Koop-Gossen.

Haar belangrijkste taken zijn:

  • zorg voor het leerlingvolgsysteem;
  • het regelmatig onderhouden van contact met de leerkrachten over de ontwikkeling van de leerlingen;
  • het voorbereiden en leiden van groepsbesprekingen en het verzorgen van de verslaglegging;
  • het coachen van leerkrachten in de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften;
  • het maken van een toetskalender;
  • het opzetten en onderhouden van de orthotheek: de ruimte waar zich alle toetsen en benodigde materialen voor de zorgverbreding bevinden;
  • het leggen en onderhouden van contacten met externe instanties;
  • het adviseren bij gesprekken met ouders/verzorgers.

Binnen de formatie van de school wordt er ruimte gemaakt voor de functie van intern begeleider. Natuurlijk blijft de leerkracht de eerstverantwoordelijke voor de begeleiding van de leerlingen uit zijn/haar groep.

Voor uitgebreidere informatie omtrent de zorg verwijzen wij naar ons zorgdocument. Deze ligt ter inzage bij de directie.


De groepsleerkracht heeft de verantwoordelijkheid voor een groep. In geval van een duobaan wordt de verantwoordelijkheid gedeeld. De leerlingen hebben dan les van twee leerkrachten. Dit kan het geval zijn indien een leerkracht in deeltijd werkt, of wanneer een leerkracht naast lesgevende taken ook nog andere taken binnen school uitoefent.

Iedere leerkracht heeft binnen het team ook andere taken. Wij doen dan vaak beroep op de specifieke kwaliteiten van  leerkrachten. Jaarlijks worden een aantal taken opnieuw verdeeld, dit in het kader van het taakbeleid.


Vanwege het leerlingenaantal in de bovenbouw, heeft de St. Theresia dit schooljaar een klassenraad. Deze bestaat uit de leerlingen van groep 6 t/m 8. Door de klasssenraad hebben de leerlingen een eigen stem in de school; ze tellen mee! De leerlingen in de raad groeien in ‘actief burgerschap’. Ze leren om te gaan met democratische beginselen en nemen verantwoordelijkheid. De betrokkenheid van deze raad komt het onderwijs op de St. Theresia ten goede!


Wij willen dat kinderen krijgen wat ze nodig hebben, passend bij hun behoeften en talenten, zoveel mogelijk op een reguliere school thuisnabij. Om elk kind een passende, zo thuisnabij mogelijke, onderwijsplek te bieden werken scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden.

Onze school behoort bij het regionale Samenwerkingsverband: PO Veld, Vaart & Vecht
Postbus 277, 7770 AG Hardenberg
https://www.veldvaartenvecht.nl

Vanuit het samenwerkingsverband wordt een beschrijving gegeven van het niveau van de basisondersteuning in de regio. Basisondersteuning is ondersteuning die op iedere school binnen het samenwerkingsverband beschikbaar is voor alle leerlingen die dat nodig hebben, passend bij hun ondersteuningsbehoefte. Een beschrijving van de basisondersteuning is te vinden in deze schoolgids en in het ondersteuningsplan van ons samenwerkingsverband https://www.veldvaartenvecht.nl/over-ons/downloads. Als school(bestuur) zijn wij verantwoordelijk voor de uitvoering van de basisondersteuning.
De basisondersteuning is niet altijd genoeg. Sommige leerlingen hebben meer ondersteuning nodig. Naast de basisondersteuning bieden scholen daarom extra ondersteuning. Extra ondersteuning omvat alle vormen van ondersteuning en doeltreffende aanpassingen die verder gaan dan de basisondersteuning en die binnen het onderwijs geboden kunnen worden.


Uitgangspunt op onze school is dat alle leerlingen zoveel mogelijk een ononderbroken ontwikkelingsproces doorlopen. Om hieraan tegemoet te kunnen komen kan het voorkomen dat het beter is om een leerling een verlengde kleuterperiode aan te bieden, een klas over te laten doen of over te laten slaan. Vanaf groep 3 spreken wij van een klas overdoen.

Om tot een beslissing te komen wordt gekeken naar de brede ontwikkeling van een kind en wordt o.a. de cognitieve, sociaal-emotionele als motorische ontwikkeling van een leerling meegenomen. Er wordt alleen besloten tot een verlengde kleuterperiode, een klas over doen of overslaan wanneer alle overwegingen maken dat dit de beste keuze voor een leerling is.

Een besluit tot een verlengde kleuterperiode, jaar overdoen dan wel overslaan wordt niet van de één op de andere dag genomen. Hier gaat een zorgvuldig doorlopen proces aan vooraf waarbij handelingsgericht werken het uitgangspunt vormt en waarbij ouders tijdig betrokken worden in het proces.

Bij dit proces is naast de ouders en groepsleerkracht ook altijd de intern begeleider betrokken. Daarnaast kan een lid vanuit het Expertiseteam betrokken worden om mee te denken. Het streven is om te allen tijde in gezamenlijkheid te komen tot een beslissing. Mochten school en ouders er uiteindelijk echter niet uitkomen dan ligt de uiteindelijke beslissing bij de school.

Wanneer het gaat om een verlengde kleuterperiode, een klas overdoen of versnellen hebben we binnen onze school volgt de school haar overgangsprotocol waarin alle te nemen stappen uitvoerig staat beschreven.
Aanvullend op het aanbod in onze eigen school kunnen leerlingen met een specifieke begaafdheid extra aanbod krijgen in de verrijkingsklas. De school heeft speciaal voor leerlingen die nog meer uitdaging aankunnen een aanbod in samenwerking met een andere Catent school. In deze groep werken leerkrachten die daarvoor speciaal zijn opgeleid en daardoor goed weten wat deze leerlingen nodig hebben. Vanuit de verrijkingsgroep krijgen kinderen ook opdrachten mee waar ze in de loop van de week op hun eigen school aan werken op de tijden dat de andere leerlingen in de eigen groep zelfstandig werken aan ander werk. De meer- en hoogbegaafde leerlingen doen dus geen extra werk, maar ander werk op hun eigen niveau waar zij net zo goed hun best op moeten doen als de andere leerlingen op hun werk. De toelating voor deze verrijkingsklas gaat via de intern begeleider.


De St. Theresia heeft als missie dat onze leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot gelukkige mensen die kunnen participeren in onze voortdurend veranderende samenleving. Binnen onze school willen wij met wederzijds respect en openheid samen op pad met leerlingen, ouders en leerkrachten, om te komen tot een optimale ontwikkeling passend bij elke leerling. In onze samenwerking maken wij gebruik van elkaars talenten. Wij communiceren open en duidelijk naar elkaar, wat zorgt voor een veilige en vertrouwde omgeving.
In het onderwijs op onze school werken zowel leerlingen als leerkrachten samen en waar mogelijk groepsdoorbrekend. Leerlingen zijn mede-eigenaar van hun eigen leerproces, waarbij wij van en met elkaar leren door gebruik te maken van elkaars talenten en vaardigheden. Hierbij houden wij rekening met de kerndoelen, waarbij lessen afgestemd worden op de behoeften van leerlingen.

Op onze school stemmen wij het onderwijs zo goed mogelijk af op wat een kind nodig heeft om te kunnen en om zich te ontwikkelen. Kinderen met extra onderwijsbehoeften zijn welkom op onze school.Wij hebben onder meer een aanbod voor leerlingen met taal-leesproblemen, met (ernstige) rekenproblemen, voor leerlingen met een beneden-gemiddelde intelligentie, voor hoogbegaafde leerlingen en voor leerlingen met gedragsproblemen.
Onze intern begeleider ondersteunt de leerkrachten bij de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften.Verder is aan onze school een orthopedagoog verbonden en kunnen we gebruik maken van specialisten die werken voor het samenwerkingsverband Passend onderwijs Veld Vaart & Vecht.
Wanneer school zorgen heeft over de ontwikkeling van een leerling, delen wij deze zorgen vanaf het eerste moment van signaleren met de ouders. Wij willen de ervaringskennis van ouders benutten voor de begeleiding op school.
Wij zien school en ouders als partners die samen optrekken om een kind met extra onderwijsbehoeften zo optimaal mogelijke ontwikkelingskansen te bieden.
Sommige leerlingen hebben meer ondersteuning nodig dan onze school kan bieden. Dan zoeken wij samen met de ouders naar een passende oplossing. Hieronder geven wij beknopt weer op welke manier wij op onze school leerlingen met extra onderwijsbehoeften de ondersteuning bieden die ze nodig hebben.

Binnen ons Samenwerkingsverband Passend onderwijs hebben wij afgesproken waar de basisondersteuning op iedere school aan moet voldoen. Wij evalueren jaarlijks of de basisondersteuning bij ons op school op orde is. De basisondersteuning zoals beschreven in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband, staat hieronder beschreven.

De ondersteuning aan onze leerlingen
Iedere school binnen het samenwerkingsverband garandeert een minimumniveau aan ondersteuning te kunnen bieden. Het samenwerkingsverband heeft gezamenlijke afspraken over deze basisondersteuning. Bij de inrichting van de basisondersteuning zijn preventief werken en handelingsgericht werken sleutelbegrippen. Tevens omvat de basisondersteuning op iedere school een set licht curatieve interventies. Het tot op een bepaald niveau aanbieden van ondersteuning aan kinderen met extra onderwijsbehoeften maakt deel uit van de basisondersteuning.

Iedere school dient een onderwijsaanbod te hebben:
voor kinderen met een minder of meer dan gemiddelde intelligentie (dus ook voor hoogbegaafde leerlingen), voor kinderen met leerproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van dyslexie / dyscalculie) en voor kinderen met extra onderwijsbehoeften op het gebied van gedrag.
Voor sommige van deze leerlingen is het nodig een ontwikkelingsperspectief op te stellen. Het samenwerkingsverband hanteert gezamenlijke afspraken rond het opstellen van een ontwikkelingsperspectief.
In sommige gevallen is een van de onderwijsbehoeften van (hoog)begaafde leerlingen het contact en de samenwerking met ontwikkelingsgelijken. Om aan deze onderwijsbehoefte te kunnen voldoen is vaak samenwerking met andere scholen nodig. Op afdelingsniveau wordt bewaakt dat voor alle leerlingen voor wie dit aan de orde is, een dergelijk aanbod voorhanden is.
Bij het bieden van passende ondersteuning aan leerlingen met extra onderwijsbehoeften kan de basisschool via korte lijnen een beroep doen op externe expertise. Korte lijnen, ofwel zonder loketten. Hieronder valt de expertise van een logopediste of orthopedagoog en ook S(B)O-deskundigheid op het gebied van gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling, van zeer moeilijk lerende leerlingen, van leerlingen met lichamelijke beperkingen, van leerlingen met epilepsie en van leerlingen met spraak-taalproblemen. Het kunnen inroepen van deze externe deskundigen maakt binnen ons samenwerkingsverband dus deel uit van de basisondersteuning. Naast de mogelijkheid om een beroep te kunnen doen op externe expertise, is het wenselijk dat scholen extra personeel kunnen inzetten ten behoeve van de ondersteuning en begeleiding van kinderen met extra onderwijsbehoeften. Schoolbesturen geven hier in hun beleid uitdrukking aan.

Op onze school wordt maatwerk geleverd. Er is een helder beeld van elke leerling en wij weten wat een leerling nodig heeft om de volgende stap in zijn of haar ontwikkeling te zetten. De leerling wordt hierbij begeleid door de leerkracht en de onderwijsassistent, d.m.v. pre-teaching en re-teaching. Soms zal een leerling bij één of meerdere vakken met een aangepast programma gaan werken: een eigen leerlijn. De leerling haalt op dat gebied niet het eindniveau van de basisschool, maar wij stellen het aangepaste programma zo op dat er aansluiting is bij het vervolgonderwijs waarvan wij verwachten dat de betreffende leerling na de basisschool zal instromen. Wij blijven, passend bij de leerling, hoge doelen stellen en proberen de minimum einddoelen zoveel mogelijk te behalen. De school stelt samen met de onderwijsadviseur/orthopedagoog
uit het Expertiseteam van Catent, dan wel met andere experts binnen de stichting en/of samenwerkingsverband, met ouders/verzorgers en de leerling een ontwikkelingsperspectief op. Het ontwikkelingsperspectief geeft o.a. de specifieke begeleiding op school, de verwachte leeropbrengst en het te verwachten uitstroomresultaat weer van een leerling in het basisonderwijs.

 

Handelings- en opbrengsgericht werken
Uitgangspunt is dat er binnen de school door de leerkrachten (evt. in samenwerking met een onderwijsassistent of leerkrachtondersteuner) eventueel ondersteund door IB-er en directie ‘gewoon’ kwalitatief goed onderwijs geboden wordt. Dit betekent dat er op elke school door leerkrachten (soms in samenwerking met een onderwijsassistent of een leerkrachtondersteuner) goed onderwijs wordt verzorgd voor alle leerlingen en dat de basiskwaliteit op orde is, wat inhoudt dat wij in ieder geval voldoen aan de kwaliteitseisen van de onderwijsinspectie. In sommige gevallen hebben leerlingen ondanks dat de basiskwaliteit op orde is, behoefte aan extra ondersteuning. Dit komt naar voren vanuit het proces binnen onze school waarbinnen wij handelingsgericht werken volgens de uitgangspunten van Noëlle Pameijer en opbrengstgericht vanuit het 4D model; data, duiden, doelen, doen.

Concreet betekent dit binnen onze school:

    • Wij bieden in beginsel onderwijs en begeleiding aan alle leerlingen;
    • Bij leerlingen die extra begeleiding nodig hebben spreken wij van specifieke (onderwijs-) behoeften;
    • Ons onderwijs is zodanig ingericht dat er sprake is van een ononderbroken ontwikkelingsproces van leerlingen. Wij stemmen de voortgang van onze lessen af op de ontwikkeling van de leerlingen;
    • Wij accepteren verschillen tussen leerlingen en nemen deze als uitgangspunt;
    • Ouders en leerlingen worden betrokken bij ons onderwijs en worden gezien als sparringpartner en ervaringsdeskundige;
    • Wij denken en handelen pro-actief. Dit betekent dat wij vroegtijdig signaleren welke leerlingen extra aandacht nodig hebben.
    • Onze leerkrachten kijken niet alleen achteruit maar vooral ook vooruit: Welke leermomenten komen de komende periode aan bod? Welke leerlingen hebben hierbij extra instructie en begeleiding nodig? Wij richten ons hierbij op alle leerlingen van de groep en op alle facetten die wij hierbij tegen kunnen komen; zowel didactisch, pedagogisch als sociaal-emotioneel en werk gerelateerd.
    • Wij richten ons vooral op de positieve aspecten van een leerling en zijn of haar omgeving. Wat kan deze leerling goed? Wat vindt deze leerling leuk? Waarin is deze leerkracht sterk? Waarin zijn deze ouders goed?
    • Wij lokaliseren problemen niet alleen intern binnen de leerling; we kijken naar de leerling in déze groep, bij déze leerkracht, in déze school, met déze leerlingen en ouders. Wij spreken niet alleen over de leerling maar ook met de leerling; wij voeren cyclisch kindgesprekken. Leerlingen worden steeds meer eigenaar van het eigen leerproces.
    • Wij streven ernaar de leerlingen binnen de groep te begeleiden. In de groep leren onze leerlingen van en met elkaar.
    • De leerkracht is de sturende en beslissende factor bij het afstemmen van het onderwijs gericht op de onderwijsbehoeften van een leerling. Het is belangrijk dat de leerkracht reflecteert op zijn of haar aanbod en handelen.
    • Interne en externe begeleiding is vooral gericht op competenties en om vaardigheden van onze leerkrachten te vergroten.
    • De intern begeleider begeleidt de leerkrachten bij het uitvoeren van de verschillende stappen in de begeleiding van leerlingen. Zij volgt de voortgang en leidt groeps- en leerlingbesprekingen in onze school.
    • De intern begeleider is de schakel naar externe zorg en/of hulp.
    • Zorgleerlingen worden besproken in het overleg tussen leerkracht en Intern begeleider. Cyclisch zijn er gedurende een schooljaar consultatie- en evaluatiegesprekken waarbij de orthopedagoog betrokken is. Hierbij worden ook ouders en de leerling zelf betrokken.
    • Twee keer per jaar analyseren de leerkrachten de resultaten per leerling, waarbij observaties, gesprekken, methodetoetsen en LVS worden meegenomen. De intern begeleider heeft hierbij een coachende rol. Daarnaast wordt twee keer per jaar door de intern begeleider een IEP-analyse op schoolniveau gemaakt. We zijn hierdoor in staat ons onderwijsproces optimaal te volgen, te reflecteren en waar nodig interventies op te stellen op zowel groepsniveau als individueel.

Wanneer een leerling extra ondersteuning krijgt die buiten de basisondersteuning valt zijn wij wettelijk verplicht om een ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen en deze in Register OnderwijsDeelnemers (ROD) te registreren. Binnen ons schoolbestuur kiezen we er eveneens voor om een OPP op te stellen op het moment dat een leerling bij één of meerdere vakken met een aangepast programma gaat werken: een eigen leerlijn. Het is belangrijk dat zorgvuldig wordt overwogen wanneer voor een eigen leerlijn gekozen wordt; de betrokkenheid van het Expertiseteam van Catent is daarbij noodzakelijk. Wij zien het OPP als een nuttig en noodzakelijk middel om als school planmatig, sturend en doelgericht te werken en in gesprek te blijven met ouders/verzorger(s) én de leerling over de ontwikkeling en het toekomstperspectief van de leerling. Het is ons doel om in samenwerking met de leerling en zijn ouders vanuit hoge, realistische verwachtingen een passend aanbod te bieden en te evalueren.

In een OPP zullen wij in ieder geval informatie opnemen m.b.t.:
– De verwachte uitstroombestemming van de leerling
– De onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling (met in elk geval een weergave van de belemmerende en bevorderende factoren)
– Een beschrijving van de te bieden ondersteuning en begeleiding en -indien aan de orde- de afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma.

Als ouders heeft u instemmingsrecht op het handelingsdeel van het OPP. Daarnaast kunt u ervan uitgaan dat wij zowel met u als met uw kind in gesprek gaan over het OPP waarbij wij in het OPP ook opnemen hoe uw kind naar zijn/haar eigen ontwikkeling kijkt en wat we als school gedaan hebben met deze inbreng.


Solidariteitsbudget
Sinds 2023 werken we binnen Catent met Ondersteuningsgelden Passend Onderwijs. Dit betekent dat wij als school aan het begin van het kalenderjaar een bedrag ontvangen gebaseerd op een vast bedrag per school én een vast bedrag per leerling, dat we in kunnen zetten voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Wanneer er toch extra middelen nodig zijn voor een leerling, kunnen we onder bepaalde condities een beroep doen op het solidariteitsbudget. Dit kunnen wij doen door een aanvraag in te dienen bij de Catent Commissie Arrangeren en Toewijzen (CCAT). De CCAT is een commissie waar leden van het Expertiseteam van Catent aan deelnemen en heeft als taak: het arrangeren en toewijzen van ondersteuning op basis van onderwijs(zorg)behoeften van een leerling wanneer er sprake is van handelingsverlegenheid van de school.

Voordat een leerling wordt besproken in de CCAT, vindt een gesprek plaats tussen de onderwijsadviseur/orthopedagoog (en eventueel een onderwijsspecialist) vanuit het Expertiseteam van Catent, ouders, leerkracht(en) en intern begeleider. De in het gesprek besproken punten worden door de IB-er genotuleerd, en worden vervolgens met alle betrokkenen gedeeld. Naast dat er een gesprek plaatsvindt vullen ouders en school (ieder een deel van) een door hen ondertekend aanvraagformulier in.

Binnen de CCAT worden de onderwijs(zorg)behoeften van de leerling en de handelings-verlegenheid van onze school besproken, gewogen en afgezet tegen de mogelijkheden binnen de school. De CCAT besluit vervolgens over het toekennen van begeleiding en ondersteuning aan de school, in de vorm van een “arrangement”.

Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)
Soms komt men tot de conclusie dat de basisschool een leerling niet kan bieden wat hij of zij nodig heeft en wordt er in overleg tussen alle betrokkenen besloten om een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het S(B)O aan te vragen. Ook dan kan een leerling aangemeld worden bij de CCAT. Voor de meeste scholen geldt dat deze taak ligt bij een commissie van het samenwerkingsverband, waarbij veelal ook onderwijsadviseurs vanuit Catent aansluiten. In elke landelijk vastgestelde regio Passend Onderwijs is er (naast de CCAT) een “Commissie Toewijzing”, die zorgt voor het afgeven van de wettelijk vastgestelde toelaatbaarheids-verklaring voor het S(B)O.
Voor vragen over Passend Onderwijs kunt u terecht bij de directeur of intern begeleider van onze school. Meer informatie vindt u op de website van Catent: Passend onderwijs Catent en op www.passendonderwijs.nl


Tegen de beslissing van de CCAT over de toelaatbaarheid van een leerling tot het S(B)O kan door ‘belanghebbenden’ bezwaar worden aangetekend. Belanghebbenden zijn de school en/of de ouders, verzorgers of voogden van de leerling. Voor de behandeling van een bezwaar is Stichting Catent via de regionale verbanden Passend Onderwijs aangesloten bij de landelijke bezwaarcommissie Toelaatbaarheidsverklaring S(B)O. Wij verzoeken echter alle betrokkenen zich eerst tot de voorzitter van de CCAT te wenden indien een hiervoor genoemd bezwaar zich voordoet.


In 1995 heeft ook de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) haar intrede gedaan. Een overkoepelend orgaan van alle Medezeggenschapsraden van de scholen van Catent (ons bevoegd gezag). De reden is duidelijk: vaak moeten onderwerpen besproken worden die voor alle MR’s van de afzonderlijke scholen van de stichting van belang zijn. Het bespaart tijd en het werkt efficiënter als schooloverstijgende zaken gezamenlijk kunnen worden besproken. Het spreekt vanzelf dat ook de bevoegdheden van de GMR nauwkeurig in een reglement zijn vastgelegd.

Zowel MR als GMR zijn bevoegd om voorstellen te doen, standpunten kenbaar te maken, adviezen te geven, instemming te verlenen of zich te onthouden van stemming van voorstellen van het bestuur. De GMR vertegenwoordigt alle scholen van Stichting Catent. In de GMR wordt de school vertegenwoordigd door een GMR-lid. Het beleid van een school vormgeven en uitvoeren, is steeds meer een taak van leerkrachten, ouders/verzorgers, directies en bestuur samen. De MR en GMR zijn de geledingen om invloed te hebben op het beleid. Alle onderwerpen die de school raken, komen hier aan bod. Mocht u een bepaald onderwerp graag behandeld zien, dan kan de MR de plek zijn om dit aan te kaarten.


In het primair onderwijs is de medezeggenschap van personeelsleden en ouders/verzorgers op het schoolbeleid geregeld door de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMS). De vertaalslag daarvan is vastgelegd in het MR-reglement binnen Stichting Catent. Het reglement ligt voor ouders/verzorgers ter inzage bij de directie en is te vinden op de website van Stichting Catent: Medezeggenschap.

In onze MR hebben twee ouders en twee teamleden zitting. In de MR zijn ouders/verzorgers en teamleden gelijkwaardige gesprekspartners. De directeur van de school is adviseur van de MR. De zittingsduur van een MR-lid is vier jaar. Onze MR vergadert ongeveer zes keer per schooljaar en geeft advies dan wel instemming gericht op het schoolbeleid vanuit een constructieve en proactieve houding.


Alle ouders/verzorgers van de St. Theresia maken deel uit van de oudervereniging. Het bestuur van de oudervereniging bestaat uit vijf ouders/verzorgers. De oudervereniging vergadert circa vijf keer per schooljaar. De meest ouders/verzorgers blijven in principe zes jaar lid. Na drie jaar bestaat de mogelijkheid om uit de oudervereniging te gaan. De oudervereniging behartigt de belangen van de leerlingen op school en kan gezien worden als de activiteitencommissie van de school.

De oudervereniging is praktisch ingesteld en steunt de school in de dagelijkse gang van zaken. Hierbij kunt u denken aan:

  • Het welzijn in en rondom de school.
  • Ondersteuning bij festiviteiten en activiteiten.
  • Verrichten van hand- en spandiensten.
  • Ondersteuning bij “lief en leed”.
  • Verwerven van aanvullende geldmiddelen.

 


Een school is veilig als gedurende de schooldag de sociale, psychische en fysieke veiligheid van leerlingen/medewerkers niet door handelingen van anderen wordt aangetast. Leerlingen en medewerkers van Stichting Catent moeten met plezier naar school/werk gaan om er in alle veiligheid te kunnen leren en werken. Iedereen heeft daarbij het recht zichzelf te kunnen zijn. Men mag openlijk uitkomen voor wat men denkt, gelooft, voelt, wil en kan. Wij hanteren daarbij wel duidelijke grenzen van wat wij wel en niet acceptabel vinden en hebben daarover duidelijke afspraken.

Wij lossen conflicten zonder geweld op. Waar nodig vragen wij anderen om te bemiddelen. Wij helpen elkaar om ons aan gemaakte afspraken te houden en spreken elkaar erop aan als dat niet lukt. Als Stichting/school/mens treden wij op tegen pesten, uitschelden, discriminatie, geweld en andere vormen van ongepast gedrag dat zich voordoet binnen of in de directe omgeving van de scholen, en wij doen er alles aan om deze zaken zoveel mogelijk te voorkomen.

Om ervoor te zorgen dat iedereen veilig en met plezier naar school gaat heeft onze school een veiligheidsplan opgesteld. Ons veiligheidsplan is op te vragen bij de directie en kunt u vinden op onze website. Elk schooljaar monitoren wij de veiligheidsbeleving van onze leerlingen d.m.v. IEP en worden de Quick Scan vragenlijst Veiligheid en de KiVa vragenlijst afgenomen bij ouders/verzorgers, leerlingen en leraren.

In geval van pestgedrag is mevr. Ester Koop-Gossen ons aanspreekpunt. Zij is ook verantwoordelijk voor de coördinatie van het beleid tegen pesten.


Stichting Catent voelt zich medeverantwoordelijk voor het opleiden van toekomstige leerkrachten. Daarom worden jaarlijks binnen de scholen van Stichting Catent stageplaatsen aangeboden aan stagiaires van verschillende lerarenopleidingen, opleidingen voor onderwijsassistenten en van andere onderwijs gerelateerde opleidingen.
Ook onze school is een opleidings-/stageschool. In dit kader hebben wij een samenwerkingsverband met de Hogeschool KPZ Zwolle. Incidenteel ook met andere Pabo’s. Elk schooljaar komen er van deze opleidingen stagiaires uit verschillende leerjaren. De studenten vormen samen een leergroep.
Betreft het een vierdejaars Pabo student, dan neemt deze student een schooljaar lang twee dagen een groep. De leergroep wordt begeleid door de Opleider In School (OIS). Dit is Marion Wesselink. Wij proberen zoveel mogelijk de rust op school te bewaken en te garanderen, waardoor wij niet op alle stageverzoeken positief reageren.